Dit ben ik, acht jaar misschien.
Ik kan nog net zien dat ik de – door mijn moeder gemaakte – Ot en Sien schort/overgooier aan heb. Deze foto is gemaakt op het jaarlijks schaapscheerders feest in Laren, mijn moeder deed daar een pottenbakkers demonstratie.
Ik ben hier nog een kind, wel ernstig, kijkend in de verte, speur ik en weet nu, dat ik niets kon doen aan wat er nog ging komen
Mijn moeder had thuis op haar schrijftafel een scharen-verzameling staan, daar mochten we niet zomaar een schaar van pakken. Op een dag heb ik toch een schaar gepakt, ik heb de schaar daarna niet of niet goed terug gezet. Mijn moeder heeft mij – toen ze dit ontdekte – weken genegeerd en niet tegen me gesproken. Ik voelde me zo eenzaam en alleen. Het gevoel dat ik niet bestond, het was verpletterend.
Mijn vader knipte onze haren.
Als mijn vader mijn haren ging knippen, ging ik uit, ik dissocieerde. Ik verdween in een andere parallelle wereld.
Ik herinner me een tekening van mijn Opa, deze vind ik op de tekening lijken die ik van mij zelf heb gemaakt. Mijn opa had polio, en liep met krukken, hij vond het zelf een mislukte tekening. Ik zie een eenzame man die zichzelf mislukt voelde.
Een van de scharen uit mijn moeders verzameling heb ik nu in mijn bezit. Door de schaar van mijn moeder en de foto van mij als acht jarige, elke keer opnieuw samen te voegen ontsloot zich een andere wereld en nam me mee onderweg naar datgene wat ik mijn hele leven heb weten te vermijden.
Portraits with Scissors Aquarel en potlood op papier 30 x 24 cm Mixed media, behangpapier, encyclopedie, collage, fotokopie 30 x 24 cm