Frits Becht
Frits Becht was kunstverzamelaar. De collectie van Frits Becht behoort tot een van de grootste particuliere verzamelingen van Nederland.
Tot zijn favoriete kunstenaars behoorden Co Westerik, Carel Visser, Gilbert & George en René Daniëls. Maar Becht werd vooral bekend door zijn grote collectie nationale en internationale Pop Art.
Becht werd als organisator bij vele culturele instellingen en manifestaties betrokken. Hij was de drijvende kracht achter het Mondriaanjaar (1994) en het Van Goghjaar (1990). Hij was voorzitter van het Holland Festival en het Openbaar Kunstbezit, lid van de adviesraad van het Van Abbemuseum, en zat hij in tal van besturen, raden en commissies in de kunst- en cultuursector.
Zo werd hij ook samen met mij (Anne de Vilder) en Margriet van Seumeren gevraagd zitting te nemen als jurylid van de zilveren Kei, een kunstprijs voor jonge kunstenaars uit het Gooi. Een paar jaar hebben we dit samen gedaan. Een legendarisch moment was het jaar dat de Jury besloot geen prijs uit te reiken, ik vond het ingezonden werk nietszeggend, hoe blij je dan kan zijn dat iemand als Frits Becht er ook niets in ziet. We dachten het zelfde! We haalden daarmee wel veel gedoe op ons hals, maar ik, ik ontmoette een geestverwant, een inspirerende kunstliefhebber. Als we elkaar zagen, spraken we alleen maar over kunst. Zo hadden we samen het plan gevat om een expositie te realiseren in het voormalig GSA pand in Hilversum, waar ik op dat moment galeriehouder was. Het zou het werk worden van een leerling van Joseph Beuys, Joseph Semah. Dus ik moest eerst langs komen, in zijn witte Villa om het werk te bekijken.
In mijn herinnering stond het huis op een heuvel, en duurde het even tot de oprijlaan voor het huis stopte.
In de hal bij binnenkomst zag ik Fontana, Schoonhoven, Struycken en “About Neon” van Martial Raysse. Er hing een ingepakte fiets van Christo in de Gang. In de eetkamer o.a. Gilbert and George, Jim Dine, Dibbets, Richard Long. Zijn vrouw liet me boven alles zien, in de slaapkamer een aantal Westeriks, verder Panamarenko, Beuys, Kienholz, Polke….kunstenaars die ik alleen heb gezien in een museum. Het was echt verrassend omdat allemaal in een woonhuis bij elkaar te zien.
Beneden dronk ik met Frits Becht (het was 12:00) whiskey, aan een gedateerde ronde tafel met witte kuipstoelen (vast van een bekende kunstenaar). Hij keek me na mijn kunsttour met blije ogen aan, die vroegen: En? Mijn gezicht sprak boekdelen. Daarna liet hij me het werk zien van de betreffende kunstenaar. We maakten een minimaal plan voor de expositie, want eerst moest ik nog overleggen met het bestuur van de kunstenaarsvereniging. Later in de dagen droomde ik nog altijd van het witte huis op de heuvel waar ik doorheen zweefde. Het bestuur van het GSA vond het helaas veel te veel gedoe met verzekeringen. Toen Frits Becht dit hoorde, is hij meteen afgehaakt. Een half jaar later kwam Frits Becht te overlijden.